Iedere twee weken interviewt Janna van der Meer een boer over zijn veranderende leven als agrarisch ondernemer (m/v).
“Bijna iedereen binnen onze generatie heeft zijn productie verdubbeld, dat zit er voor de komende generatie niet in.”
Gjalt (47), Jacqueline(46) en hun vier kinderen wonen op een oude boerderij, verscholen tussen de bomen, aan een vaart bij Lippenhuizen. Gjalt is sinds een jaar bestuurder bij Zuivelcoöperatie FrieslandCampina, Jacqueline werkt parttime, als assistent manager in een praktijk voor fysiotherapie. Van hun vier kinderen wonen er drie nog thuis. Een vaste melker melkt door de week hun 75 koeien. In totaal bewerken ze zo’n 50 hectare land.
Gjalt:
“In 2001 werd ik fulltime boer. Ik nam een klein pachtbedrijf over met oude gebouwen. Mijn doel was toen, kort samengevat: groter worden en een hogere productie per koe. Dat is veranderd. Mijn focus is nu breder en meer gericht op de langere termijn.
Vroeger ploegde ik het land bijvoorbeeld geregeld om, teneinde de productiviteit te verhogen. Nu doe ik dat niet meer. Op de lange termijn is dat namelijk niet gezond voor de bodem.
Ik heb ook een veel te grote mestsilo gebouwd. Daardoor hoef ik niet te gieren, alleen maar om mijn putten leeg te krijgen. Ik bemest naar de behoefte van het gras. De bemesting ben ik sowieso aan het afbouwen, al is dat best lastig op onze zandgrond. Je kunt wel zeggen dat ik de biologische kant op neig. Ik vind duurzaamheid belangrijk. Daarnaast kan dat ook economisch rendabel zijn: als ik minder kunstmest strooi en minder hoef te kuilen, bespaar ik geld. En wat heb ik aan voerproductie, als het nauwelijks iets oplevert?
Mais
Op de percelen die wat verder van de boerderij liggen, verbouw ik mais. Mais vraagt veel mest en gewasbeschermingsmiddelen. Daar gebruiken we weliswaar veel minder van dan vroeger, maar ik denk na over een alternatief.
Mijn ideale bedrijf is een gemengd bedrijf, maar dat is onmogelijk in deze streek. De grond is niet geschikt voor akkerbouw. Helaas, want het lijkt me geweldig om helemaal zelfvoorzienend te zijn.
In mijn ideale weiland lopen koeien. Verder is het goed bewerkbaar en bevat het verschillende grassoorten.
Het doet me pijn dat alle weidevogels hier verdwenen zijn. Er zijn teveel roofdieren, de laatste tijd ook veel ooievaars, groepen van wel dertig stuks! Het klinkt misschien gek, maar de weinige weidevogels die hier nog groot worden, komen van de tweede leg in het maisveld. Daar zitten ze blijkbaar redelijk verscholen. Ik wil wel op de weidevogels passen, maar ze zijn er niet.
Bestuurder
Vorig jaar ben ik bestuurslid van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina geworden en daarmee ook lid van de raad van commissarissen van de onderneming FrieslandCampina. De onderneming verwerkt de melk van de leden van FrieslandCampina in zuivelproducten en verkoopt ze: dichtbij huis, in Europa, maar ook op markten in Azië en Afrika.
Mijn nieuwe werkzaamheden ervaar ik niet als een grote verandering, maar als een logisch gevolg van mijn eerdere inzet als districtbestuurder. Ik ben er wel meer tijd mee kwijt en ik draag een grotere verantwoordelijkheid.
Bestuursleden moeten de trends in de samenleving en de vragen vanuit de onderneming, vertalen naar de werkwijze van de coöperatie. De belangrijkste trend tegenwoordig is, dat het niet alleen meer om de kwaliteit van de melk draait, maar dat onze afnemers het ook belangrijk vinden hoe de melk geproduceerd wordt. Dat moet duurzamer en met meer aandacht voor biodiversiteit en dierenwelzijn. Dit najaar organiseren we weer onze jaarlijkse bijeenkomsten voor de leden. We willen ze vooral wijzen op het nut en de noodzaak, van het kijken naar wat de markt van ons wil.
Ik houd ervan op pad te gaan en verschillende mensen te ontmoeten. Als ik geen bestuurswerk deed, verzuurde ik. Of ik zou misschien ook mijn veestapel verdubbelen. Voordat ik bestuurder werd, heb ik zes jaar lang voer verkocht. Dan zit je bij boeren aan de keukentafel en krijg je veel inzicht in wat er bij hun speelt. Daar heb ik veel van geleerd.
Grijstinten
Vroeger was ik een zwart-wit denker, nu denk ik in tinten grijs: de wereld speelt zich af in grijstinten. Daarbij houd ik altijd de lange termijn in het oog: onze grootvaders hebben FrieslandCampina opgebouwd en ik wil me ervoor inzetten dat de volgende generaties ook boer kunnen worden. Bijna iedereen binnen onze generatie heeft zijn productie verdubbeld, dat zit er voor de komende generatie niet in. De productie zal wel blijven stijgen en de bedrijven worden groter, maar zó woest zal het niet meer gaan. Bovendien zullen steeds meer boeren afhaken en hun eigen keuzes maken. Het onderwijs moet daar op inhaken. De jongens op de landbouwschool leren nog steeds uit dezelfde boeken als ik vroeger. En dat is meer dan twintig jaar geleden!
De serie Boerenportretten wordt mogelijk gemaakt door: Platform Natuurlijke Veehouderij / Natural Livestock, Boerengilde, Burgerinitiatief Kening fan ‘e Greide, Living Lab Natuurinclusieve Landbouw, Boerennatuur, Friese Milieu Federatie en Vogelbescherming Nederland.