Uit 14 interviews met adviseurs, die in opdracht van Duurzame Zuivelketen zijn uitgevoerd, blijkt dat adviseurs redelijk positief zijn over de verduurzaming van de melkveehouderij. Dit leidt tot minder input op bedrijfsniveau; minder uitstoot van nitraat en ammoniak; en minder energieverbruik. Hun perspectieven over de toekomst van de melkveehouderij en de positieve en negatieve gevolgen van duurzaamheid komen redelijk overeen. Het belangrijkst vinden alle adviseurs het verdienmodel voor melkveehouders. Over hun eigen bijdrage en die van andere partijen waren ze ook duidelijk: zelf zijn ze gemotiveerd om met melkveehouders te werken aan verduurzaming, maar dat is niet bij alle adviseurs het geval. Dit wordt soms bemoeilijkt door het kennisniveau van adviseurs en melkveehouders en externe factoren, zoals onduidelijk (overheids)beleid.