Wat is coccidiose?
Coccidiose is een besmettelijke darmaandoening bij lammeren die veelal voorkomt in de 3e en 12e levensweek. De lammeren kunnen zich zowel op stal als in de wei besmetten door opname van een protozoa. Een besmetting verloopt vaak ongemerkt en resulteert in immuniteitsopbouw.
Wat zijn de gevolgen van coccidiose?
Besmette lammeren scheiden twee tot drie weken na het oplopen van de besmetting grote hoeveelheden oöcysten uit, dit heeft als gevolg dat de infectiedruk in de nabije omgeving enorm wordt verhoogd en de kans aanzienlijk wordt vergroot dat andere lammeren besmet raken door het opnemen van deze oöcysten. De ernst van besmetting hangt af van de vorm van coccidiose, te noemen de klinische of subklinische variant.
Symptomen
Coccidiose tast het darmstelsel aan en gaat vaak gepaard met diarree (mogelijk zwart of met bloed), bloedarmoede, vochtverlies, verminderde voeropname, groei en weerstand en kan leiden tot sterfte onder de lammeren.
Bij de symptomen van coccidiose kan onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen: de ‘klinische’ en ‘subklinische’ vorm. Klinische coccidiose komt gelukkig niet vaak voor, want deze vorm geeft grofweg de meeste ‘directe’schade aan het dier. Vaker wordt de subklinische vorm van coccidiose waargenomen. Ook deze vorm zorgt op de langere termijn voor veel schade door slechte resultaten van lammeren.
Hieronder zullen de verschillen tussen de verschijnselen van beide vormen benoemd worden:
Klinische coccidiose
De klinische vorm, ofwel de acute fase van coccidiose is ernstig. In 7-20% van de gevallen leidt klinische coccidiose tot de dood van het lam. De klinische vorm begint dat het lam zich niet fit voelt , waardoor het minder gaat eten en drinken. Door de diarree wordt vocht ontrokken uit de darmen, hierdoor gaan darmen slechter functioneren, wat ertoe leidt dat dier nog minder gaat eten. Eveneens zal door het ontrekken van vocht in het lichaam het dier langzaam uitdrogen. Indien het dier in dat geval te weinig vocht binnen krijgt zal het doodgaan aan uitdroging. Belangrijke behandeling in deze acute fase is het toedienen van vocht en een gerichte behandeling tegen de coccidiose.
Subklinische coccidiose
Subklinische coccidiose wordt veroorzaakt door een beschadiging van de darmen, Vervolgens leidt de beschadiging bij het dier weer tot secundaire problemen. Door de infectie worden de darmen beschadigd, waardoor darmen niet naar behoren kunnen functioneren. Omdat het lam niet fit is zal het minder voer opnemen en daarbij komend is dat darmen door infectie minder capaciteit hebben om voedsel op te nemen. Op deze manier komen lammeren in een negatieve spiraal terecht, welke in het gunstige geval enkel leidt tot verminderde groei, maar in het slechtste geval kan leiden tot de dood.
Hoe is coccidiose te voorkomen?
Bovendien zijn coccidiose uitbraken en uitval met goed management te voorkomen.
Essentiële maatregelen ter bestrijding van coccidiose zijn:
* Zorg voor een goed biestmanagement (veel, vers, vlug vaak)
* Droge en schone huisvesting
* Schone voer- & drinkvoorzieningen waar geen lammeren in kunnen staan/lopen
* Leeftijdsmanagement vanwege besmettingsopbouw door ouderen lammeren.
Goed biestmanagement is van cruciaal belang. Indien lammeren de eerste 48 uur voldoende biest hebben opgenomen zijn ze de eerste 2 tot 4 weken goed beschermd tegen aandoeningen van buitenaf, en zal de kans op besmetting met coccidiose minimaal zijn.
Eveneens zorgen goede hygiënische maatregelen (schoon, droog en fris stalklimaat) in de stal voor een verlaging van de algemene infectiedruk in de stal en wei. Hierdoor wordt de weerstand van lammeren in positieve mate beïnvloed en zijn ze dus minder vatbaar voor ziekten.
Zorg te allen tijde voor de juiste looproute/werkwijze: werk altijd van JONG naar OUD. Jonge dieren zijn sneller vatbaar voor infecties en om besmettingen/overdracht van ziekten te voorkomen is het ten allen tijde raadzaam deze werkwijze aan te houden.
Bij coccidiose verloopt de besmettingsroute vaak via de vaak al wat oudere dieren (incubatietijd), ook daarom is het belangrijk om jongere dieren van de oudere dieren geschieden te houden, zowel tijdens het huisvesten alsmede het weiden. Vermijd eveneens het samenvoegen van koppels (i.v.m. immuniteit)
Pas op met het preventief verstrekken van gemedicineerd voer!
Het voeren van gemedicineerd voer versnelt de resistentieontwikkeling. Omdat (ooi)lammeren geen weerstand opbouwen, kunnen ze alsnog ziek worden als men stopt met het voeren gemedicineerd voer. Het is voor de weerstan van lammeren/ooien om ze in lichte mate een besmetting met coccidiose te laten doormaken. Behandel koppelgenoten pas preventief als daadwerkelijk coccidiose is vastgesteld.
Preventief gebruik van gemedicineerd voer verdoezelt bovendien vaak managementfouten. Stierenbrok met Monensin isverboden en bovendien gevaarlijk vanwege de hoge kans op monensin en kopervergiftiging.