Dit onderzoek richt zich op het verminderen van methaanemissie in de varkenshouderij door dagontmesting. Een nieuwe variant werd getest op twee varkensbedrijven met vleesvarkens en gespeende biggen. Bij de vleesvarkens werd gemeten in hokken met 40% dichte vloeroppervlakte waarbij het mestkanaal dagelijks werd gespoeld en het waterkanaal regelmatig werd geleegd. Deze nieuwe variant werd vergeleken met een eerdere versie waarbij van de hokken met 60% dichte vloer alleen het mestkanaal dagelijks werd gespoeld. Beide systemen werden tevens vergeleken met een controleafdeling met hokken met 40% dicht vloeroppervlak waar mest langdurig werd opgeslagen. Voor gespeende biggen is de variant met 40% dichte vloer, dagelijkse verwijdering van mest en frequente verwijdering van het waterkanaal vergeleken met een controleafdeling. De nieuwe variant verminderde methaanemissie in de stal met 91,1% voor vleesvarkens en 95,5% voor biggen. Ammoniakemissie werd met 44,7% bij vleesvarkens en 86,2% bij gespeende biggen verminderd. Voor methaan en ammoniak werden voor deze nieuwe variant emissiefactoren bepaald van 1,44 kg CH4/jaar per dierplaats en 1,48 kg NH3/jaar per dierplaats voor vleesvarkens, en 0,59 kg CH4/jaar per dierplaats en 0,096 kg NH3/jaar per dierplaats voor gespeende biggen. Als voorkomen wordt dat emissies verder in de mestketen alsnog optreden, dan is het onderzochte stalsysteem een effectieve strategie om emissies te beperken en daarmee de duurzaamheid van de varkenshouderij te vergroten.