Van het voorjaar tot de herfst is het van belang dat er voldoende natuurlijk bijenvoedsel beschikbaar is. Dit wordt dracht genoemd. Het voedsel bestaat uit nectar en stuifmeel uit bloemen.
Stuifmeel is dé eiwitbron voor insecten. Het is nodig van het vroege voorjaar tot laat in de herfst.
-
Stuifmeel bevat naast eiwitten ook vetten en vitamines.
-
Bij stagnatie van de stuifmeelaanvoer en zeker bij gebrek eraan, heeft dat invloed op generaties bijen.
-
Bijen verwerken stuifmeel in voedersapklieren tot voer voor larven.
-
Heeft de voedsterbij in haar ontwikkeling (larf) te weinig stuifmeel toegediend gekregen dan heeft dat effect op wat ze zelf kan omzetten om een volgende generatie van voer te voorzien.
-
Een bijenvolk verzamelt jaarlijks 30 - 40 kg stuifmeel. Per vlucht neemt een bij ongeveer 20 mg mee. Om aan 40 kg te komen moeten 2 miljoen vluchten met 'volle bepakking' terugkeren.
Als er na de zomer te weinig stuifmeel beschikbaar is dan heeft dit een negatief effect op de ontwikkeling van een gezonde populatie winterbijen. In tegenstelling tot zomerbijen die ca. zes weken leven, kunnen winterbijen zes maanden overbruggen. Een volk dat te weinig winterbijen heeft bij aanvang van de winter kan onvoldoende in staat zijn de koude maanden te trotseren en sterft. In het voorjaar leggen winterbijen de basis voor de generatie zomerbijen.
Nectar levert energie
De nectar uit nectarklieren in bloemen wordt door bijen omgezet in honing. Het is de energiebron (koolhydraten).
-
Bijen verzamelen nectar door die op te slaan in de honingmaag en in het volk door te geven aan huisbijen.
-
Ze voegen zelf allerlei enzymen toe die suikers in de nectar afbreken tot beter verteerbare suikers. De substantie wordt verder ingedikt en belandt in de honingraten waar het nog verder rijpt (onttrekken van vocht) tot het uiteindelijk honing is.
-
Honing is dagelijks voer voor bijen. Bijenvolken leggen een voorraad aan om dagen met slecht weer te overbruggen en de winter te kunnen overleven.
-
Voor aanvang van de winter moeten de bijen over 10 tot 15 kilo beschikken. Indien er te weinig honing in het volk is opgeslagen kan dit worden aangevuld met in water opgeloste kristalsuiker.
De ene imker geeft de voorkeur aan het oogsten van overschot aan honing en de bijen op eigen honing te laten overwinteren. Anderen oogsten wat meer en geven daarvoor suikerwater terug. |
|