De pilotveehouders van de Proeftuin zoeken naar praktische maatregelen om op hun bedrijf ammoniakemissie te reduceren. Soms ontstaan hierbij vragen over de toepassing of het verwachte effect van een maatregel. Experts helpen bij het vinden van de antwoorden.
Pluimveehouder Ruben ter Braak stelde de volgende vraag: Welke rekenregels worden er gehanteerd voor het stapelen van maatregelen? Als ik bijvoorbeeld de maatregel “Snijmais als strooisel” toepas en ik heb een warmtewisselaar, hoe kan ik dan het effect van deze maatregelen op de totale NH3-reductie berekenen?
Antwoord
Om het effect van gecombineerde maatregelen te berekenen, zijn de reductiepercentages te gebruiken die de stoppersregeling hanteert. Er zijn reductiepercentages voor pluimvee en reductiepercentages voor varkens voor het combineren van technische- en voermaatregelen binnen dezelfde diercategorie. Daarbij is de volgende formule van toepassing;
1 - ((1 - red_M1)*(1 - red_M2))
waarin:
red_M1 = het reductiepercentage van maatregel 1
red_M2 = het reductiepercentage van maatregel 2
Pilotveehouder Ruben ter Braak vraagt naar de emissiereductie van de toepassing van snijmaïs als strooisel (reductie 40%) in een luchtmengsysteem voor droging van de strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (reductie 73,75%). Het toepassen van deze twee maatregelen resulteert volgens de rekenregel in 1 - ((1 -0,4)*(1 – 0,7375)) = 0,8425, ofwel 84,25% reductie van ammoniakemissie.
Het combineren van de voedingsmaatregelen is niet logisch, omdat alle voedingsmaatregelen uiteindelijk via verlaging van het eiwitgehalte in het voer voor minder ammoniakemissie zorgen.
Binnen de Rav (Regeling ammoniak en veehouderij) is het combineren van maatregelen niet mogelijk, tenzij dit nadrukkelijk is aangegeven. Klik hier voor meer informatie over het combineren van stoppersmaatregelen.
Versie: juni 2014