Doelstelling
Doel van dit project is:
• Inzicht in broeikasgasemissies van de verschillende landbouwsectoren in de provincie Fryslân.
• Inzicht in de verhouding tussen broeikasgasemissies in de provincie en op landelijk niveau.
• Inzicht geven in de belangrijkste opties voor reductie in roeikasgasemissies in de verschillende landbouwsectoren.
• Inzicht geven in mogelijke financieringssystemen om emissie reducties te verwaarden.
• Inzicht geven in de ontwikkeling van broeikasgasemissies tot 2020.
Opdrachtgever
Provinsje Fryslan
Landbouwsector
Melkveehouderij | Akkerbouw
Transitiepad
Covergisting | Veevoer | Dierlijke mest | Bodem en bemesting
Status
Afgerond
Soort project
Project
Resultaten
De broeikasgasemissie van de Friese landbouw bedraagt 3,5 Mton CO2–eq, afhankelijk van de toerekening van enkele bronnen en het al dan niet meerekenen van veenmineralisatie. Dit komt overeen met 46% van de totale broeikasgasemissie van de provincie Friesland.
De uitstoot van broeikasgassen uit de landbouw in de provincie Friesland komt overeen met 9,6% van de landelijke uitstoot uit de landbouw (excl. de vrijkomende broeikasgassen door mineralisatie van de veengronden). Van de Nederlandse uitstoot uit veenmineralisatie is 23%-30% afkomstig uit de provincie Friesland.
• Het project heeft diverse emissiereductiemaatregelen beschreven voor verschillende sectoren. In een deel van deze maatregelen zit overlap (bijvoorbeeld lager ureumgetal en voermaatregelen), maar de meeste maatregelen zijn bij elkaar te voegen. Er is een overzicht gemaakt met emissiereducerende maatregelen en daarbij de potentiele reductie.
• Qua financiering lijken de meest interessante maatregelen; aansluiten bij het huidige Europese emissiehandel systeem en vastleggen van CO2 in de bodem. De controleerbaarheid en praktisch uitvoerbaarheid zijn voor deze systemen echter lastig. Het aanplanten van bomen en het winnen van energie voor derden zijn daarentegen goed uitvoerbaar, maar hebben een laag economisch rendement. Vanwege de praktische uitvoerbaarheid bieden laatst genoemde maatregelen het meeste perspectief. Voor het vastleggen van CO2 in de Nederlandse landbouwbodem dient eerst meer duidelijkheid te komen m.b.t. welke mogelijkheden en maatregelen effectief zijn. Aansluiten bij het huidige emissiehandelssysteem lijkt alleen haalbaar wanneer een ketenpartij (bijvoorbeeld zuivelcoöperatie of veevoerproducent) hierbij het initiatief neemt.
• Zonder duurzame energie opwekking zal de reductiedoelstelling van 30% in 2020 met de resterende ambitiemaatregelen niet worden gerealiseerd. Aanvullende maatregelen zullen dan nodig zijn.
Toepaabaarheid
Sinds 1990 is de emissie van broeikasgassen vanuit de landbouw in Fryslân met 11% gedaald. Dit is relatief een lage reductie t.o.v. landelijke reductie doordat de afname van het aantal melkkoeien in Fryslân minder groot was dan landelijk gezien. Reductie in Friesland is vooral behaald door melkveehouderij, varkenshouderij, fruitteelt, schapenhouderij, en groenvoedergewassen. Dit komt vooral door afname in dier aantallen, efficiëntie verbetering en afname van het gebruik van meststoffen.
Om de broeikasgasemissies in de provincie Friesland te reduceren zijn er maatregelen mogelijk voor emissiereductie op vier gebieden, te weten veevoer- en diermaatregelen; bemestingsmaatregelen; bodemmaatregelen; energiebesparingsmaatregelen. Zouden alle reductie maatregelen uit dit hoofdstuk per direct worden doorgevoerd dan geeft dat een totale broeikasgasemissiereductie voor de Friese landbouw van 16,0%. Hst 3 “Reductieopties en potentiëlen” beschrijft tal van maatregelen voor het agrarisch bedrijf om de emissie van broeikasgassen te beperken. In hfst 4 van het rapport worden voor Friesland drie scenario’s tot 2020 doorgerekend; een basisscenario, een scenario waarbij het melkquotum wordt losgelaten en een ambitiescenario.
Bijlage | Grootte |
---|---|
landbouw_en_klimaat_fryslan.pdf | 735.94 KB |