Ik ben mijn wachtwoord vergeten

Dossier:

Broeikasgassen verminderen

Je bent hier

In dit dossier

Dossierbeheerder

Maatregelen Vee en rantsoen

Rantsoen optimaliseren
Doel: rantsoen afstemmen op de voederbehoefte. Hierdoor worden indirect energieverbruik en de emissies van lachgas en methaan beperkt.
 
Goed rantsoen samenstellen
Met een uitgebalanceerd rantsoen wordt de behoefte per dier beter gedekt en wordt een overmaat in de voeding teruggedrongen. Een hulpmiddel hierbij kan zijn het opsplitsen in productgroepen.
 
Hoogproductieve dieren bestendiger eiwit voeren
Hoogproductieve dieren hebben de grootste eiwitbehoefte. Deze kan moeilijk met alleen onbestendig eiwit worden gedekt. Daarom moeten deze dieren een groter deel van hun eiwit krijgen in de vorm van bestendig eiwit. Dit wordt in de pens niet afgebroken, maar gaat door naar het darmkanaal. Daar wordt het samen met het microbiële eiwit uit de pens afgebroken. De bouwstoffen worden opgenomen in het bloed.
 
In de weideperiode energierijk en eiwitarm voer bijvoeren
Weidegras bevat een overmaat aan eiwit en dus aan stikstof. Bovendien is het meeste graseiwit onbestendig. Onbestendig eiwit wordt in de pens afgebroken tot aminozuren en ammoniak. Mikro-organismen kunnen deze onderdelen weer benutten om microbieel eiwit te maken. Hier is veel energie voor nodig. De overtollige ammoniak wordt via het bloed afgevoerd naar de lever. In de lever wordt de ammoniak omgezet in ureum, dat na uitscheiding wordt omgezet in lachgas of ammoniak.
Het is gunstig om het grasrantsoen aan te vullen met eiwitarm en energierijk voer. Die energie moet dan juist geleidelijk vrijkomen. Snijmaïs voldoet aan deze eisen. Ook krachtvoer kan zo worden samengesteld dat het hieraan voldoet.
 
In de weideperiode krachtvoer met een laag gehalte eiwit maar een hoog aandeel bestendig eiwit voeren.
Zoals gezegd, kan de overmaat aan eiwit in gras worden gecompenseerd door eiwitarm en energierijk voer. Bij krachtvoer kan bovendien de samenstelling van het eiwit worden gestuurd. Omdat het gras veel onbestendig eiwit bevat, is het gunstig om het aanvullende eiwit zo bestendig mogelijk te maken.
 
Gras met laag gehalte eiwit voeren
De overmaat aan eiwit in gras hangt o.a. samen met het bemestingsniveau, droge stofopbrengst, het ras, etc. De overmaat neemt toe met een hoger bemestingsniveau. Andersom kan de overmaat voor een belangrijk deel worden weggewerkt door gras van een lager bemestingsniveau te voeren. Gras bij een hogere droge stofopbrengst geoogst bevat minder eiwit dan jong geoogst gras. Voor beweiding is een optimale droge stofopbrengst ca. 1700 kg bij inscharen. Voor maaien is dit vanaf ca. 3000 kg droge stof.
 
Krachtvoer met minimaal P-gehalte voeren
Gras bevat ongeveer voldoende fosfaat voor een goede voeding. Krachtvoer hoeft niet meer te bevatten dan strikt nodig is, zodat het P-overschot op de balans zo klein mogelijk wordt. Let er echter wel op dat wanneer het rantsoen veel snijmaïs bevat, de P-voorziening van de dieren niet te laag wordt.
 
Krachtvoergift aanpassen aan de individuele behoefte
Om te voorkomen dat meer krachtvoer wordt aangekocht dan strikt nodig is, moet de krachtvoergift zo goed mogelijk worden aangepast aan de individuele behoefte (normvoedering). Bijv. met een krachtvoercomputer en krachtvoerboxen.
 
Krachtvoer met minimaal zwavel voeren
Zwavel bevindt zich vooral in enkele aminozuren en in enzymen in krachtvoer. Vermindering van het eiwitgehalte in krachtvoer leidt in het algemeen ook tot vermindering van het zwavelgehalte in de mest. Hierdoor wordt de N2O-emissie door bemesting met de mest geremd.
 
Bijproducten voeren
Het voeren van bijproducten vermindert het indirecte energieverbruik.
 
Voedergewassen 
Met betrekking tot voedergewassen zijn er maatregelen mogelijk bij de keuze van het bouwplan en de rassenkeuze.
 
Doel: mineralen vasthouden of binden; rantsoen van vee optimaliseren.
Eigen krachtvoer verbouwen
In plaats van ruwvoer kan krachtvoer worden verbouwd. Dit gaat ten koste van de ruwvoerproductie. Op bedrijven met een ruwvoeroverschot is dit voordelig want er kan worden bespaard op krachtvoer en kunstmestaankopen. Het oppervlak voor ruwvoerproductie kan tot zelfvoorziening worden teruggebracht. Op het resterende land kan een krachtvoergewas worden geteeld. Bijvoorbeeld voederbieten gebruiken voor een optimale productie minder stikstof dan grasland. Over het gehele bedrijf genomen, bespaart dit kunstmest. Voederbieten hebben een hoge voederwaarde (m.n. energie). Bovendien zijn ze zeer smakelijk, zodat de koeien er veel van vreten. Schone voederbieten zijn gelijkwaardig aan aangekocht krachtvoer. Met voederbieten in het rantsoen zijn de krachtvoeraankopen terug te dringen.
 
Vlinderbloemigen opnemen in grasland
Vlinderbloemigen (klavers) binden zelf stikstof uit de lucht. Hierdoor kan op kunstmest worden bespaard.
 
Het rantsooen optimaliseren
Doel: het rantsoen afstemmen op de voederbehoefte. Hierdoor worden indirect energieverbruik en de emissies van lachgas en methaan beperkt
 
Een goed rantsoen samenstellen
Met een uitgebalanceerd rantsoen wordt de behoefte per dier beter gedekt en wordt een overmaat in de voeding teruggedrongen. Een hulpmiddel hierbij kan zijn het opsplitsen in productgroepen.
 
Hoogproductieve dieren bestendiger eiwit voeren
Hoogproductieve dieren hebben de grootste eiwitbehoefte. Deze kan moeilijk met alleen onbestendig eiwit worden gedekt. Daarom moeten deze dieren een groter deel van hun eiwit krijgen in de vorm van bestendig eiwit. Dit wordt in de pens niet afgebroken, maar gaat door naar het darmkanaal. Daar wordt het samen met het microbiële eiwit uit de pens afgebroken. De bouwstoffen worden opgenomen in het bloed.
 
 In de weideperiode energierijk en eiwitarm voer bijvoeren
Weidegras bevat een overmaat aan eiwit en dus aan stikstof. Bovendien is het meeste graseiwit onbestendig. Onbestendig eiwit wordt in de pens afgebroken tot aminozuren en ammoniak. Mikro-organismen kunnen deze onderdelen weer benutten om microbieel eiwit te maken. Hier is veel energie voor nodig. De overtollige ammoniak wordt via het bloed afgevoerd naar de lever. In de lever wordt de ammoniak omgezet in ureum, dat na uitscheiding wordt omgezet in lachgas of ammoniak. 
Het is gunstig om het grasrantsoen aan te vullen met eiwitarm en energierijk voer. Die energie moet dan juist geleidelijk vrijkomen. Snijmaïs voldoet aan deze eisen. Ook krachtvoer kan zo worden samengesteld dat het hieraan voldoet.
 
In de weideperiode krachtvoer met een laag gehalte eiwit maar een hoog aandeel bestendig eiwit voeren.
Zoals eerder vermeld, kan de overmaat aan eiwit in gras worden gecompenseerd door eiwitarm en energierijk voer. Bij krachtvoer kan bovendien de samenstelling van het eiwit worden gestuurd. Omdat het gras veel onbestendig eiwit bevat, is het gunstig om het aanvullende eiwit zo bestendig mogelijk te maken.
 
Opname vergroten en gelijkmatiger maken 
Doel: productie per dier verhogen, met name op basis van ruwvoer.
 
Hoe?
Door gemengd te voeren 
Het gemengd verstrekken van voedermiddelen is belangrijker naar mate de onderlinge kwaliteitsverschillen groter zijn. Zowel de vertering als de voerbenutting verlopen beter naarmate de verschillende voerbestanddelen meer gelijktijdig worden gevoerd. Het beste wordt dit bereikt door al het voer gemengd te voeren. Eiwitrijke en energierijke voeders worden dan tegelijk opgenomen. Behalve ruwvoeders kan ook krachtvoer worden mee gemengd, maar dit kan ten koste gaan van de afstemming op de individuele krachtvoerbehoefte.
 
Onbeperkt ruwvoer verstrekken
De dieren moeten de hele dag fris ruwvoer kunnen vreten. Tweemaal per dag het voer verversen in de voergoot is dan voldoende.
 
Smakelijke producten voeren/smakelijkheid voeders verbeteren
Het voeren van smakelijke producten verhoogt de ruwvoeropname.
 
Achtergrond
De methaanemissie bij vee heeft twee hoofdbronnen: mest en pensfermentatie. De emissie kan worden verminderd door aanpassingen in het voerrantsoen en door verhoging van de gemiddelde leeftijd van de veestapel. De melkproductie wordt namelijk efficiënter naarmate de koe ouder wordt. Verhoging van de leeftijd zorgt er ook voor dat er minder jongvee gehouden hoeft te worden.
 
Pensfermentatie en voerrantsoen 
De pens is de eerste van de voormagen bij herkauwers. Hier ondergaat het opgenomen voedsel een voorvertering door micro-organismen die in de pens leven. Het voedsel wordt hierbij gefermenteerd, oftewel vergist. Tijdens dit proces komt methaan vrij, die door oprispingen van de herkauwer vrij komt. Naast de productie van methaan in de pens (90%), vindt het fermenteren ook plaats in de dikke darm van de herkauwer (10%).
 
De hoeveelheid methaan die vrijkomt uit een herkauwer wordt beïnvloed door eigenschappen van het voer en de condities in de pens (bijvoorbeeld zuurgraad). Methaan wordt in de pens gevormd bij de afbraak van ruwe celstof dat vooral voorkomt in ruwvoeders. Aan de andere kant zijn er de krachtvoeders, met een hoge concentratie aan voedingswaarden. In rantsoenen met een hoog aandeel ruwvoer wordt meer methaan gevormd dan in rantsoenen met veel krachtvoeders. Naast het aandeel krachtvoer in het rantsoen zijn ook voeropname, pensvulling en de afbreekbaarheid van de verschillende rantsoencomponenten van invloed op de methaanemissie.
 
Meer informatie is te vinden in de Rapporten Vee en Rantsoen

Is deze informatie waardevol voor u? - Deze functie is 'anoniem' en enkel gericht naar de dossier beheerder!