Voorheen was 65 jaar in de volksmond "dé pensioenleeftijd". Maar doordat de levensverwachting en gezondheid van mensen sinds de invoering van de Algemene Ouderdomswet (1957) enorm toegenomen is en het aantal AOW-ers stijgt door de vergrijzing, wordt de pensioensleeftijd nu stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar in 2021. Daarnaast komt doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd steeds meer voor, en zeker in de agrarische sector. Niet alleen omdat de ondernemer zelf tot na deze leeftijd betrokken blijft op het bedrijf, maar ook dat werknemers na hun AOW-gerechtigde leeftijd blijven werken of juist in dienst komen.
Behalve de verhoging van de pensioenleeftijd zijn er nog een aantal zaken in de loop der jaren veranderd. Zo is per 1 januari 2016 de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd in werking getreden waardoor het aantrekkelijk is om met AOW-gerechtigde werknemers te werken. Maar er zijn ook aantal zaken waarop u op dient te letten.
Een nieuwe (tijdelijke) arbeidsovereenkomst met een AOW-gerechtigde werknemer
Indien de werkgever en werknemer na de pensioendatum van de werknemer nog met elkaar doorwerken is de vraag of dit voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd (aantal maanden of jaren) zal zijn. In agrarische cao’s is een bepaling opgenomen dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de dag of de laatste dag van de maand, waarop de werknemer AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Verder is in de cao's opgenomen dat de werknemer zes maanden voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd de werkgever in een gesprek kan vragen naar de mogelijkheden van een dienstverband na de AOW-gerechtigde leeftijd.
Per 1 juli 2015 is de zogenaamde ragetlieregel gewijzigd als onderdeel van de Wet Werk en Zekerheid. Voor werknemers waarvan de voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst is geëindigd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd op grond van een daartoe strekkend beding (in de cao of arbeidsovereenkomst) geldt de ragetlieregel vanaf 1 juli 2015 namelijk niet meer. Werkgevers kunnen nu dus na een contract voor onbepaalde tijd zonder tussenpoos van 6 maanden een tijdelijke arbeidsovereenkomst aangaan met deze AOW-gerechtigde werknemers.
Let op: laat een werknemer met een vast contract niet 'gewoon' doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Dan is er namelijk sprake van een stilzwijgende verlenging aangezien het contract van rechtswege eindigde bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, en geldt het 'gewone' ontslagrecht. Bevestig dus dat het contract van rechtswege eindigt op de dag of de laatste dag van de maand (conform cao), waarop de werknemer AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en ga een nieuw tijdelijk contract aan.
De Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd maakt het vanaf 1 januari 2016 mogelijk om maximaal 6 contracten binnen een maximum periode van 4 jaar aan te gaan met een AOW-gerechtigde werknemer. Het gaat hierbij om arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Let op: tot 1 januari 2016 gold nog de huidige wettelijke ketenbepaling waarvoor geldt maximaal 3 contracten binnen een maximale periode van 2 jaar.
Ontslag en opzegtermijn
Sinds 1 juli 2015 (WWZ) geldt dat een werkgever bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen eerst afscheid moet nemen van de AOW-gerechtigde werknemers. Verder is de transitievergoeding niet verplicht wanneer de arbeidsovereenkomst bij of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd eindigt. De Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd beperkt de door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn tot 1 maand in plaats van 3 maanden of 4 maanden.
Ziekte
In de agrarische cao’s en het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de werkgever het loon dient door te betalen gedurende de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid. Deze bepaling geldt niet meer voor AOW-gerechtigde werknemers. De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte is namelijk door de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd per 1 januari 2016 teruggebracht naar 13 weken in plaats van 2 jaar. In 2018 worden de nieuwe maatregelen geëvalueerd. Dan wordt bepaald of de loondoorbetaling bij ziekte tot 6 weken wordt teruggebracht.
De re-integratieverplichtingen zijn ook verkort tot 13 weken en de werkgever heeft minder re-integratieverplichtingen. Zo hoeft u geen plan van aanpak op te stellen en u hoeft de AOW-er niet buiten uw bedrijf te re-integreren (2e spoor). Wel moet u de werknemer proberen te re-integreren in het eigen bedrijf en maatregelen nemen zodat de werknemer zoveel mogelijk eigen of ander passend werk kan doen. De zieke AOW-gerechtigde werknemer mag namelijk de eerste 13 weken van zijn ziekte niet worden ontslagen.
Let op: Had de werknemer op 1 januari 2016 de AOW-gerechtigde leeftijd en was hij voor én na die datum ziek (eventueel met een onderbreking van maximaal 4 weken)? Of bereikt de werknemer voor 1 juli 2016 de AOW-leeftijd en is hij voor én na dat moment ziek (eventueel met een onderbreking van maximaal 4 weken)? Dan gaat de beperking van de loondoorbetalingsplicht van de werkgever en de beperking van de duur van het opzegverbod pas in op 1 juli 2016 (zie ook de informatie van de Rijksoverheid).
AOW en pensioen
De medewerker ontvangt vanaf de dag waarop de AOW-leeftijd bereikt wordt een uitkering op grond van de AOW. Het inkomen uit werk heeft geen gevolgen voor de AOW. Ook een aanvullend pensioen dat bij een werkgever is opgebouwd en pensioenen die bij een particuliere verzekeringsmaatschappij zijn afgesloten, worden niet van de AOW afgetrokken. Wanneer de medewerker bij de zelfde werkgever blijft doorwerken, kan hij of zij bij de pensioenverstrekker het verzoek indienen het pensioen later in te laten gaan wat op termijn een hogere pensioenuitkering oplevert. De deelneming in het pensioenfonds BPL eindigt in ieder geval op de eerste dag van de maand waarin de 67-jarige leeftijd wordt bereikt.
Loonbelasting en premies na de AOW-leeftijd
U hoeft voor een AOW-er geen premies meer te betalen voor de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (Zw), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werken en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), Algemene Ouderdomswet (AOW). Dit scheelt aanzienlijk in de loonkosten. Wel betaalt de AOW-er loonbelasting, maar de totale belastingheffing over het loon is aanzienlijk lager.
Rechten van de 65-plusser
Uitgangspunt in de cao’s is dat de loon- en arbeidsvoorwaarden in de cao gelden voor alle werknemers, ongeacht leeftijd. De meeste agrarische cao’s bevatten echter de bepaling dat de cao-lonen alleen gelden voor medewerkers tot en met 64 jaar. Dit geldt soms ook voor het seniorenverlof. Wel geldt sinds 1 juli 2015 het wettelijk minimumloon (WML) ook voor AOW-gerechtigde werknemers. Zo wordt oneerlijke concurrentie tussen AOW-gerechtigden en jongere werknemers zoveel mogelijk voorkomen. Conform de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) moet minimaal het wettelijk minimumloon giraal te worden uitbetaald. Dit geldt ook voor het loon van AOW-gerechtigde werknemers.
Tot slot, alle werkzame personen dienen te worden aangemeld bij Colland. Dit geldt dus ook voor de AOW-gerechtigde werknemers.
> Waar vindt u dit in de cao?
Cao Dierhouderij: hoofdstuk 2, artikel 7, lid 8.
Cao Glastuinbouw, hoofdstuk 2, artikel 7, lid 8.
Cao Open Teelten - hoofdstuk 2, artikel 8, lid 7.