Om te bevorderen dat alle (gezonde en reïntegrerende) werknemers in het belang van hun veiligheid en gezondheid daadwerkelijk met regelmaat en tijdig bijkomen van hun werk (of de verplichtingen die daaruit voortvloeien zoals de reïntegratieverplichting) door vakantie op te nemen, is de vervaltermijn voor de wettelijke vakantiedagen aangescherpt. Zo wordt voorkomen dat medewerkers het uitstellen om vakantie op te nemen, wat nadelig kan zijn voor hun gezondheid en veiligheid.
Vanaf 1 januari 2012 moeten werknemers hun wettelijke vakantiedagen binnen 6 maanden na het opbouwjaar opnemen. Daarna komen deze dagen te vervallen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren nog steeds na 5 jaar.
Let op: per cao kan worden afgeweken van deze vervaltermijnen. Voor de agrarische cao's geldt:
De werknemer die redelijkerwijs niet in staat is geweest om vóór het verstrijken van de vervaltermijn van zijn minimum vakantieaanspraak gebruik te maken, zal zijn minimumvakantie op een later tijdstip alsnog moeten kunnen opnemen. Dit kan in bijvoorbeeld de volgende situaties:
Zie voor meer informatie over de vakantiewetgeving de Rijksoverheid of via deze link.