Voor ieder van de gesprekken uit de cyclus geldt dat de opbouw vrijwel gelijk is. De volgende fasen zijn te herkennen in de gesprekken:
Startfase
Begin met het ijs te breken en om de medewerker op zijn gemak te stellen. Dit kan bijvoorbeeld door een luchtig onderwerp aan te snijden.
Verduidelijk en licht toe wat het doel en de motivatie van het gesprek is;
Algemene fase
Kom terug op het vorige gesprek. Zijn de gemaakte afspraken gerealiseerd, zo niet, waarom niet?
Bespreekfase
Bespreek de onderwerpen zoals genoemd op het gespreksformulier. Laat de medewerker altijd beginnen met het geven van inbreng. Discussieer met de medewerker over wederzijdse verwachtingen en zoek bij eventuele problemen met de medewerker naar voor hem uitvoerbare oplossingen en mogelijkheden.
Afrondingsfase
Verslagleggingfase