Personeel kost meer dan alleen salaris. U moet er rekening mee houden dat de personeelskosten zeker 40% hoger zijn dan het brutoloon. De personeelskosten bestaan uit een aantal aspecten, namelijk:
Directe loonkosten
Dit zijn salaris, vakantiegeld, winstuitkeringen en provisies. Een werknemer heeft recht op minstens het minimum(jeugd)loon en vakantiegeld. Binnen de agrarische sectoren bedraagt dit minimaal 8,25% van het bruto jaarsalaris. Zie de cao voor de voorwaarden zoals die in de agrarische cao’s zijn afgesproken.
Indirecte loonkosten
Dit zijn onder meer reis- en onkostenvergoedingen.
Verplichte premies en bijdragen
Als u personeel in dienst hebt, moet u loonheffingen afdragen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen). De agrarische sector kent bovendien een bedrijfstakpremie, namelijk de premie voor Colland Arbeidsmarktbeleid)
Overige kosten en inhoudingen
U bent verplicht om bedragen in te houden voor het pensioen via BPL, bedrijfstakpensioenfonds voor de landbouw. U kunt afspraken maken over zaken als personeelsfonds, representatie- en reiskosten, ziektekostenverzekering of andere verzekeringen waaraan een werknemer wil deelnemen.
De Werkgeverslijn kan u helpen met het maken van een voorbeeldberekening van uw werkgeverskosten. Deze tabel geeft een overzicht in de kostenverhoudingen tussen de verschillende vormen van arbeid.